Business Control, een bredere
benadering
Nederlandse bedrijven hebben de neiging essentiële kenmerken
van hun besturingssysteem jarenlang niet te vernieuwen, waardoor
uiteindelijk de concurrentiepositie van deze bedrijven onder druk
komt te staan. Zonder dat deze bedrijven zich er bewust van zijn.
Drs. Ron Plat*
Business Control: oude wijn in nieuwe
vaten?
De traditionele benadering van besturing van Nederlandse bedrijven
ligt veelal vast volgens een oud stramien: er is gekeken naar het
moederbedrijf, van waaruit een entrepreneur ooit is vertrokken.
Met behulp van een CFO of organisatie-adviseur is de groei van het
bedrijf organisatorisch in banen geleid middels implementatie van
een administratieve organisatie en een verantwoordingsstructuur.
En hierin ligt vaak de reden dat er een uniform karakter ontstaat
van de organisaties die naar dit onderwerp kijken: er zijn volgens
standaard theorieën over administratieve organisatie van bijvoorbeeld
Starreveld attentiepunten bepaald waar bedrijven aan moeten voldoen
om de organisatie in de grip te krijgen. Zodra hieraan voldaan is,
is niet alleen de zaak in de grip, maar is ook een groot deel van
de management informatie die kan worden geleverd en waar behoefte
aan zou zijn, bepaald. Er is een bredere kijk op Business Control
noodzakelijk om bedrijven er bewust van te maken dat dit een onvoldoende
inrichting is van de financiële discipline.
Inleiding
Wanneer men kijkt naar de inrichting van het gemiddelde Nederlandse
bedrijf, dan is meestal van te voren duidelijk hoe de informatievoorziening
eruit ziet: de door de inrichting van de administratieve organisatie
voorgeschreven grenzen van de management informatie bepaalt niet
alleen wat er geleverd kan worden, maar meestal ook waar op termijn
behoefte aan is. Als de management informatie eenmaal bepaald is,
zal dit onderdeel gaan uitmaken van de verantwoordingsstructuur
en zullen bonus- of andere prestatiegerelateerde afspraken hieraan
gekoppeld worden. Omdat een meerjarige ontwikkeling basis is voor
een objectief oordeel over de prestaties van een manager en omdat
men dikwijls kiest voor een eenduidige beoordeling van managers
binnen een bedrijf, zal er weinig reden zijn af te wijken van het
gangbare principe van de inrichting van de financiële discipline.
De huidige opzet
De Nederlandse opzet voor de inrichting van management informatie
is dikwijls afgeleid van wat er geleverd kan worden binnen de administratieve
organisatie van een bedrijf. Hiervoor geldt bijvoorbeeld de volgende
inrichting voor de management informatie per soort bedrijf:
Soort bedrijf |
Management informatie |
Zakelijke dienstverlening |
Volledigheid en trend urenverantwoording |
Industrie |
Geld- en goederenbeweging |
Detailhandel |
Winstmarge per filiaal |
Groothandel |
Winstmarge per product |
Nutsbedrijven |
Hoeveelheden geleverd |
Ziekenhuizen |
Bezettingsgraad |
Tabel 1. management informatie per soort bedrijf
Motieven voor de huidige opzet zijn vrij eenvoudig te noemen. De
huidige informatie voor het beheersen van een organisatie is bijna
altijd voorhanden doordat de structuur van de administratieve organisatie
is bepaald door een eenduidig principe zoals dat van Starreveld.
Inderdaad is die informatie van belang voor het financieel in de
grip hebben van een organisatie; anders lekt geld weg of blijven
aantrekkelijke fraudemogelijkheden open voor werknemers bij wie
het vlees zwak is. En zelfs dit principe is al moeilijk bereikbaar,
aangezien grotere bedrijven vaak miljoenen goederenbewegingen per
jaar hebben. Zelfs met een goed werkend ERP systeem zullen er altijd
moeilijkheden zijn met het sluitend maken van de geld-/goederenbeweging.
Hiermee is al voldoende werk aan de winkel voor controllers en dit
staat een verdere ontwikkeling van management informatie in de weg.
Er is echter een belangrijke reden de scope van de management informatie
uit te breiden en dit is gelegen in de business van de onderneming.
Deze scope wordt vaak slechts zeer beperkt ontwikkeld, omdat de
financiële discipline zelf zorgt voor de ontwikkeling van informatie.
Hoewel de top van een onderneming wellicht meer wil weten en controllers
best meer zouden kunnen ontwerpen, vindt de communicatie hierover
vaak onvoldoende plaats. Dit omdat een brug moet worden geslagen
tussen de lijn en de financiële discipline. De crux zit hem
in deze communicatie. Als het aan de lijn ligt, zorgt de financiële
staf voor informatie waarvan ze het vermoeden hebben dat het wel
geleverd kan worden en dit is vrijwel altijd het laagste niveau
van wat geleverd kan worden (bv. omzet). En vaak is deze informatie
niet eens essentieel voor de business. Essentieel is hoe de relatie
met de klant ervoor staat, hebben we ons vervreemd van de klant
met dat product of die release, haalt een bepaalde nieuwe combinatie
producten het verwachte synergie-effect of niet? 9 van de 10 keer
blijft het bij een gok. Het informatiesysteem levert slechts de
basiselementen van een min of meer noodzakelijke verdiepende analyse.
Als het aan de financiële discipline ligt, worden er allerlei
registraties die vanuit de AO beschikbaar zijn, gepubliceerd. Vaak
zo veel mogelijk, want dan heeft de klant, de business dus, waar
voor zijn geld. Dat deze daar niet op zitten te wachten, is vaak
irrelevant voor de uiterst ijverige financiële discipline.
Als het er maar op tijd is en volledig, dan is het goed. Bijna alle
effort gaat zitten in het optimaliseren van de gepubliceerde cijfers,
om logische dwarsverbanden aan te kunnen tonen. Wellicht interessant
voor de accountant.
Om zich bewust te kunnen gedragen binnen de competitieve omgeving
waar een onderneming zich in bevindt, zal de communicatie tussen
de financiële discipline en de lijn moeten worden verbeterd.
Op deze manier zullen lijnmanagers zich bewust worden van de informatie
die allemaal geleverd kan worden door de financiële discipline
en zal de management informatie meer de essentiële inhoud kunnen
gaan krijgen die het business management nodig heeft om de onderneming
te kunnen sturen op echte essentiële attentiepunten, namelijk
die van de business, meer dan alleen die van de administratieve
organisatie. En daarmee verplaatst het sluitend maken van de dwarsverbanden
die in de management informatie voorkomen zich naar essentiële
verbanden die voor business managers nodig zijn om te kunnen visualiseren
hoe de business zich gedraagt. Zodat zichtbaar wordt wat werkt,
wat vroeger een gok was.
Om niet te verzanden in een "Heal the World"
praatje, moeten we dit principe handen en voeten geven. Het antwoord
is business control.
Geen noviteit, zelfs dikwijls geen nieuwe inrichting van de administratieve
organisatie, maar wel een beter gebruik van het potentieel van de
administratieve organisatie in de gepubliceerde management informatie.
En de andere kant op vanuit de management informatie een sturende
rol in de bedrijfsvoering middels AO.
De coördinerende rol binnen de communicatie tussen beide disciplines
is weggelegd voor de business controller. Hij of zij begrijpt wat
er omgaat in de business omgeving en het management en kent de ins
en outs van de verantwoordingsstructuur en de informatievoorziening.
Daarmee heeft deze functionaris geen reden gekregen om de management
informatie zelf te gaan bedenken, maar hij is wel de aangewezen
persoon om een effectieve inhoudelijke discussie aan te gaan met
het business management. Tevens is de business controller daarmee
een uitstekend adviseur voor het business management voor wat betreft
de beoordeling van de performance van organisatie-onderdelen en
verbetermogelijkheden.
Een effectievere invulling van de rol van de business controller
kan zorgen voor een beter begrip van de business bij de betrokken
managers, doordat zij alle relevante verbanden gepresenteerd krijgen
in de management informatie, waarmee de noodzaak om te sturen op
gevoel minder groot wordt. Tevens kan het zorgen voor een betere
appreciatie van de financiële discipline zelf, die evenveel
werk heeft aan het produceren van informatie waar werkelijk grote
behoefte aan is.
Een voorbeeld
Bedrijf x verkoopt goederen en factureert zijn klanten met een reguliere
betalingstermijn. Na verloop van tijd blijkt dat de betalingsachterstanden
groeien. Accountmanagers worden op pad gestuurd om hun eigen klanten
onder druk te zetten, wat een natuurlijk spanningsveld met zich
meebrengt. Acties om geld binnen te halen lukken in eerste instantie,
maar het bedrijf vervreemdt zich van zijn klanten. Klanten die wel
meewerken vragen begrip voor de langere betalingstermijn vanwege
hun eigen processen, maar stellen wel een hogere omzet hiertegenover.
Eenzijdige management informatie kan in dit geval makkelijk leiden
tot de verkeerde acties in het debiteurenbeheer, waardoor het bedrijf
de goede klanten kan verliezen. Het is echter evident dat er iets
gedaan moet worden aan het risico op dubieuze debiteuren. Een goede
oplossing kan worden geboden door in de bestaande informatiestroom
de debiteurenregistratie te koppelen aan de verkoopinformatie en
de proceskosten, iets dat in de praktijk maar al te vaak wordt nagelaten.
Zo kan een klantsegmentatiemodel worden opgebouwd, waarin logisch
de toegevoegde waarde per klant kan worden onderbouwd. Hiermee kan
worden aangetoond bij welke klanten het meeste geduld in acht dient
te worden genomen, zonder het risico uit het oog te verliezen.
Vaak leidt een verbreding van de management informatie tot noodzakelijke
aanpassingen in de administratieve organisatie. Ook hierin kan de
business controller een vitale rol spelen.
Voor elke onderneming is het derhalve een logische stap meer werk
te maken van de communicatie tussen de financiële discipline
en de lijn en de business controller hier een centrale rol in te
geven.
* De auteur is zelfstandig adviseur op het gebied van AO/IC, Business
Control en financiële dienstverlening en heeft meer dan 7 jaar
ervaring op het vakgebied
|